De Stukkenjagers 5 – SV de Baronie 3
Zaterdag 8 februari togen we naar Tilburg, stad van de Kruikezeikers, Willem 2 en …. De Stukkenjagers. Over de stad Tilburg is enorm veel te vertellen, zoals ik al eens eerder schreef, maar ik verwijs dan toch maar even naar Wikipediaom het geheel wat korter te houden nu.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tilburg#Kruikenstad.
Belangrijk is om te onderkennen dat de naam Kruikezeikers geschiedenis heeft en geen scheldwoord is. Tilburg mag trots zijn op die naam. Per januari 2024 had Tilburg volgens het CBS 229.797 inwoners, Kruikezeikers dus.
Dus ….. de Stukkenjagers, net als SV De Baronie een grote club, groter dan wij, maar het meest markante is wel de enorme hoeveelheid spelers met een rating dik boven de 2000 ELO, maar liefst 25 en dan nog zo’n slordige 20 leden tussen 1900 en 2000. Als iedereen extern zou spelen bij de Stukkenjagers zou er gemakkelijk 4 teams met 1900+ kunnen worden gemaakt. Ik droom er nog steeds van dat wij ook wat meer spelers met hoge ratings gaan krijgen, zou mooi zijn voor onze club en mooi ook voor Breda. Naast een voetbalclub in de eredivisie (die wel vandaag zondag 9/2 smadelijk verliest van RKC), ook nog eens schaakclub in de hogere regionen. ????
Enfin, naar de wedstrijd van zaterdag. Ik had in de laatste mail naar het Team geschreven dat ik een voorgevoel had dat we gingen winnen. Na vier ronden nog steeds zonder punten, dat kan toch niet? Enfin, enroute nog gezegd: “lekker er op los spelen en dan zien we wel waar het schip strand.” De stukkenjagers 5 staat tenslotte 3de in de pool en heeft al zes matchpunten. Maar we gingen voor de winst!
Ons team was 1. Jo Godderij (1930) en ik speelde tegen Bart Landolt (1878), een sterke speler, bedachtzaam, neemt geen risico 2. Arno Slagboom (1862) met zwart tegen de jonge Tijn Verhoeven (1828) die een sterke partij speelde 3. Kees Ooms(1890) tegen de jonge Christian Zourides (1715) 4. Hennie Daniels (1812) met zwart tegen de eveneens jonge Simon de Graauw (1896) 5. Zef Hendriks (1745) tegen Jop Bogaers(1842) 6. Michiel Stafleu (1807) met zwart tegen Robert Smulders (1702) 7. Willem van Kooten (1667) tegen Mike de Jong (1683) en 8. Astrid Martens (1667) met zwart tegen Max Mutter (1771). Nagenoeg gemiddeld beide teams dezelfde rating.
Na een goed uurtje spelen zag je eigenlijk een redelijk evenwichtige stand. De een wat verder richting het middenspel en de ander net uit de opening. Wat me opviel was dat bij Hennie snel de dames van het bord waren en dat Willem een Hollands tegen zich had gehad en dat hij meteen van de gangbare theorie af ging. Maar niemand die er slecht voor stond volgens mij. Bij Hennie zag ik op een gegeven moment dat wit een dubbele torenlijn had op de b-lijn en druk op de pionnen begon te krijgen. Even eens na kijken Hennie, op de 22ste zet speelde je a7-a6 om die pion op b5 te dekken. In de gauwigheid dacht ik dat Pa3 beter was geweest. Enfin, verder geen capriolen. En dan zijn we zo’n anderhalf uur aan het spelen en zie ik in een keer Willem naast me staan……… ik heb verloren…….. Willem nee, dat kan en mag niet. Maar ja, het was gewoon zo. Mike de Jong (teamcaptain van Stukkenjagers 5) had onze Willem verschalkt. Zoals Willem zei: “Jo, met mijn openingen is normaal niets mis, maar dan krijg ik ook normaal standaard situaties op het bord. Dat was dit keer iets anders. Op mijn d4 opening reageerde mijn tegenstander met f5. wetende dat dit een verzwakking kan op leveren richting het veld f7, maar mijn tegenstander, student geschiedenis, weet hoe je dit moet bespelen. maar ja ik niet. mijn eerste fout: na 2. Pf3 pf6 speel ik Lg5 en ruil het voor het paard. Hierdoor komt zijn dame al in een prettige positie voor hem. Ik ontwikkel verder op de dame vleugel met als gevolg dat mijn stukken op de dame vleugel staan en hij ruimte heeft om op de koningsvleugel zijn aanval in te zetten. dat doet hij door g5 te spelen. met alle macht probeer ik mijn tegenstander tegen te houden maar ik vindt de oplossing niet en moet opgeven.” Jammer potdorie Willem, maar het kan verkeren, stand 1-0 voor de Stukkenjagers.
Ergens redelijk snel daarna zag ik op eens het bord van Hennie niet meer en beide spelers ook niet. Het was duidelijk dat die klaar waren en dat was dus een remise geworden. Helemaal verwonderlijk vond ik dat niet. Zoals Hennie aangaf: “Mijn tegenstander Simon de Graauw speelde een variant van het Weens die ik niet eerder had gezien. In het begin van de partij heb ik lang nagedacht over de scherpe zet 5……. f5 (best) maar koos uiteindelijk voor een tamme voortzetting met snelle ruil van de dames. Hierna stond wit ietsje beter en ik had vooral een behoorlijke tijd achterstand. De rest van de partij verliep regelmatig en besloot met herhaling van zetten tot remise in een iets betere stand.” OK Hennie, remise is beter dan verliezen, maar graag volgende keer even overleg…… Arno en Zef kwamen ieder ook aan met een remise bod van hun tegenstanders, maar gezien onze achterstand heb ik ze aangegeven om door te spelen. Stand 1,5-0,5 voor de Stukkenjagers…… het is ongeveer 1400 uur.
Dan zie ik redelijk snel daarna Michiel op staan, met een lach, en ja hoor. Gewonnen. Michiel zegt daarover: “In de Siciliaanse opening won ik een pion van Robert Smulders, maar dit bleek een pion met een bijsmaak! Robert kon daarna het initiatief overnemen en kwam sterk terug. Ik verloor de pluspion weer en kwam onder druk te staan, op het bord en op de klok. Na de 40e zet stond ik niet goed meer, maar ik kon profiteren van fouten in het eindspel die Robert maakte. Hij speelde de koning naar een veld van de kleur van mijn loper, en dat gaf me de gelegenheid op een toren-tegen-paard voorsprong te komen. Niet lang daarna was het punt binnen. Spannende partij met gelukkige afloop.” en ja inderdaad Michiel, mooi dat dit is gebeurd. We mogen ook wel eens wat geluk hebben en geluk of niet, je moet het nog wel afmaken. Stand 1,5-1,5
Het is tegen drieën en we zijn nog met zijn vijven aan het spelen. Zef en Arno die remise hadden afgewezen en naar mijn kijk op het geheel de betere papieren hadden, Astrid tegen Max Mutter en ik vond dat ze beter stond, Kees aan bord 3, kwaliteit voor, en ik zelf tegen Bart Landolt…… moeilijke partij, echt, maar wel een mooie partij.
Op eens hoor ik wat rumoer aan bord 5…… ik kijk en ja hoor Zef staat op …… en heeft niet een al te blijde gezichtsuitdrukking. Zoals Zef zegt: “Vandaag kreeg ik met wit een Caro-Kann voor mijn kiezen. Het was een gelijk opgaande strijd met beiden een robuuste stelling. Toen er op d4 een slagveld ontstond waarbij alle zware stukken afgeruild dreigden te worden, bood ik remise aan. Nadat mijn tegenstander overleg met zijn teamleider had gepleegd, werd er besloten tot doorspelen. Een paar zetten later wilde hij de remise alsnog accepteren, maar ja, dan pleeg ik ook eerst overleg met mijn teamleider. Omdat ons team op dat moment een punt achter stond, werd ook hier besloten tot doorspelen. Op de damevleugel had ik drie pionnen tegen twee, dus dat bood nog een aanknopingspunt. Dat leek er ook uit te komen, totdat ik een zet a tempo speelde, en die was juist niet goed. Daardoor kon mijn tegenstander met zijn koning mijn stelling binnen komen en daarmee was het gebeurd. Zonde, had niet gehoeven.” Jammer inderdaad Zef, had ik je nou maar die remise laten aannemen dacht ik nog, maar dat zit er nou eenmaal in. Stand 2,5 tegen 1,5 weer in het voordeel van De Stukkenjagers. Het was zo’n beetje half vier geloof ik. Want in alle eerlijkheid, ik had niet veel tijd om rond te gaan kijken. Moest echt alles uit de kan halen.
Gelukkig gaf Arno snel weer dat gevoel van ‘we zijn er nog, we hebben nog kans’. Zoals hij me schreef: “Mijn tegenstander Tijn Verhoeven, koos het juiste plan tegen de Leeuw door druk op te bouwen op de damevleugel. Na iets teveel afruilen was er opeens geen probleem meer en hielden we een stelling over met een paard voor mij en een loper voor hem, waarbij mijn pionnen op de juiste kleur stonden. Hij bood remise aan, wat ik voor de zekerheid nog even besprak met Jo, maar we waren het erover eens dat doorspelen de beste optie was. Met een breek zet op e4 kon ik afwikkelen naar een gewonnen eindspel en na nog even goed opletten af en toe was de winst binnen.” Mooi
Arno, jij hebt de stand weer gelijk getrokken, 2,5 -2,5 rond de klok van vieren en toen…. tadaaaaaa!!!!
ASTRID! Jawel! Astrid had een spannende partij. Haar tegenstander opende met e4 en Astrid ging op de Siciliaanse tour, maar haar tegenstander Max Mutter speelde meteen 2Pc3, Astrid volgende met 2…a6 en na een zet of tien was er best een complexe stelling op het bord. Over en weer werden wat fouten gemaakt, Astrid had wel een plan om druk op te bouwen op de witte koning en bij Max kwam niet echt een plan naar buiten (dat heb ik hem wel eens anders zien doen). Op de 31ste zet miste Astrid een echte goede zet, door niet met de dame een pion weg te slaan op b2 en daarmee mat te dreigen en een paard aan te vallen. 16 zetten later wist ze echter wel een stuk te verschalken en daarna was het uit. Een spannende partij inderdaad, maar in alle eerlijkheid als je de analyse bekijkt, zoals Astrid zelf al aangaf op de terugweg: “wel flink wat foutjes van beide kanten.” En dat geeft Lichess ook aan. Maar goed, niet treuren hierover! Stand 2,5-3,5 in ons voordeel. Alleen Kees en ik nnog, aan twee remises hebben we genoeg, en we zijn niet alleen de laatsten van ons team, maar gewoon de laatsten. De hele zaal is leeg!
Kees zijn tegenstander Christian Zouridis was volgens Kees13 jaar, maar wel al een flinke rating! Op een gegeven moment staat Kees dus die kwaliteit voor, maar het is een moeilijke stelling, remise is wat mij betreft genoeg, want ik ben er zeker van dat ik ook minstens remise maak. Kees zegtin zijn schrijven: “Ik kom goed uit de opening en op de 27ste zet mis ik de overwinning! Hij verrast me met Tc8 en valt mijn loper aan. Maar ik mis dat hij deze niet mag slaan. Ik kan de loper op g3 pakken en sta dan een stuk voor! Ik mis de dan volgende combinatie en kom dan zelfs verloren te staan!Gelukkig mist Christian de winnende zetten en maakt een fout die hem een kwaliteit kost. Ik durf dan niet vol voor de winst te gaan omdat ik dan mijn tegenstander een vrije h-pion geef en ik bang ben voor zijn paard. Je mist zo een vorkje. Gezien de stand in de wedstrijd heb ik het remise aanbod na overleg met Jo, geaccepteerd. “ Hoppa, stand 3-4 in ons voordeel.
Ja en dan mijn partij, ik kreeg van Bart na 1. D4, Pf6 2.c4 …. B6 tegen over me. Had ik al eens eerder gezien dit seizoen. We komen in een spel terecht waar de kansen over en weer goed zijn. Geen grapjes veroorloven van beide kanten en solide spelen, op de 31ste zet zijn de dames, lopers, torens van het bord en hebben we beiden nog een paard en 4 pionnen. Beiden drie pionnen op de fgh lijn en Bart een pion op c5 en ik op b2. Na nog een paar zetten en een pionnen afruil hebben we dan 41 zetten gedaan en de stelling voor de liefhebbers is: wit Kc4, Ph4, pionnen f2, g4 en b2 en zwart Ke5Pe6, pionnen c5, f4 en h6. Op mijn 42. F3 speelt Bart Kf6. Volgens mij luidde dat langzaamaan het verlies in van de pion op c5 op de 44ste zet. Daarna was het nog alleszins duidelijk. Moeilijk eindspel, maar ik wist Bart te dwingen om met zijn koning en paard naar de abc regio te gaan en na 20 zetten, schuiven,passen en meten kregen we de stand waar ik uiteindelijk of kon gaan promoveren of het paard kreeg en dan, met nog die pion op f3 van mij en f4 van Bart, zou het uit zijn omdat de zwarte koning er niet meer bij kon komen. Echt, Bart wat heb jij een sterke partij gespeeld. Eindstand 3-5 in ons voordeel, maar het was gewoon een titanenstrijd. Stukkenjagers, dank voor een fijne schaakmiddag en Team, geweldig gespeeld, Nog twee keer te gaan en hopelijk maken we nog zo’n middagje! THANKS!!
Jo Godderij, TC Team 3 SV De Baronie